Ontwerpprincipe 6

Principe 1: Observeer en reageer
Principe 2: Vang energie en sla ze op
Principe 3: Zorg voor opbrengst
Principe 4: Pas zelfregulering toe en aanvaard feedback
Principe 5: Gebruik en waardeer hernieuwbare grondstoffen en diensten
Principe 7: Van patronen naar details
Principe 8: Verenig eerder dan te scheiden
Principe 9: Pas kleine en trage oplossingen toe
Principe 10: Gebruik en waardeer diversiteit
Principe 11: Gebruik randen en waardeer de marge
Principe 12: Wees creatief in het omgaan met of het reageren op veranderingen

Produceer geen afval, maak kringlopen


Op basis van observatie in de natuur verbindt David Holmgren in principe 6 vroegere gewoonten van spaarzaamheid en zorg voor materialen met zorg voor het milieu en omzetting van afval in grondstoffen.

Het icoontje

De regenworm verorbert plantaardig afval en zet het om in een product met een meerwaarde voor de bodem en het bodemleven. Afval van het ene wordt zo bron voor het andere.

De natuur als model voor ruilhandel of kringlopen

In de natuur wordt afval, zowel van dieren als van planten, steeds weer grondstof. Foto's: Yggdrasil

Zowel bij planten als dieren zien we dat wie veel en rijk materiaal verbruikt ook veel verliest of afscheidt. Anders gezegd: wie veel materiaal consumeert, produceert veel afval.

Bekijken we dit van naderbij, dan zien we dat dit afval een waardevolle bron is voor andere organismen.

Overal in de natuur zien we dat wat afval is van het ene element, weer bron is voor iets anders. Afval bestaat niet in de natuur, alles wordt steeds opnieuw gebruikt als grondstof.

Zo nemen bomen bijvoorbeeld veel zonne-energie op en veel mineralen diep uit de bodem. Door de bladval verliezen ze veel mineralen maar dit afval betekent een verrijking van de bodem. Hoe rijker het blad, of hoe meer ‘verlies’ de bomen hebben, hoe groter het bodemverbeterend effect. Dit is dus geen verlies maar een ruil.

Een rijk en gezond bodemleven draagt op zijn beurt bij tot een weelderige plantengroei, die na het afsterven weer organisch materiaal oplevert voor het bodemleven. Zo zijn er onophoudelijk kringlopen in de natuur.

We nemen deze processen als voorbeeld in onze omgang met het organisch afval in de tuin wanneer we mulchen of compost maken.

Onze maatschappij produceert heel veel afval maar omdat dit overwegend niet-organisch is, zet de natuur dit niet of niet snel om. Het vraagt om een andere aanpak. David Holmgren heeft een hiërarchische lijst opgesteld hoe we het best omgaan met afval.

Goed omgaan met afval verwijst naar spaarzaamheid

De slogan van David Holmgren luidt, in dalende orde: refuse, reduce, reuse, repair and recycle.

Wij hebben geleerd afval te sorteren zodat het kan gerecycleerd worden. Maar dit is slechts de laatste optie bij goede omgang met afval. De (over)consumptie die oorzaak is van zoveel afval blijft immers buiten schot. Het klassieke recycleren vraagt ook veel energie en brengt weer vervuiling mee.

Holmgren draait het om.

Bovenaan staat Refuse: weiger

We starten aan de bron en weigeren producten en materialen, die we niet echt nodig hebben, te kopen of aan te nemen. We worden immers overstelpt met reclameboodschappen die ons het gevoel geven dat we ontelbare zaken moeten aanschaffen om een goed gevoel te hebben, om ‘mee’ te zijn of om ons werk goed te kunnen doen. Het komt erop aan de juiste keuzes te maken. Zo hebben we bijvoorbeeld niet elk seizoen nieuwe kleren nodig, of schrijfmateriaal met onze naam erop.

Reduce: beperk

Hebben we bepaalde zaken toch nodig dan beperkenwe zoveel mogelijk de hoeveelheid.

Twintig paar schoenen of meer zijn een overbodige luxe net als een heel gamma sjaals of jassen.

Reuse: hergebruik

Vele materialen, vooral verpakkingen, kunnen we hergebruiken voor hetzelfde of een ander doel. Voedselverpakking bijvoorbeeld kan vaak heel goed hergebruikt worden. Glazen bokalen en flessen zijn ideaal om voedsel allerhande in te bewaren of te laten fermenteren. Zijn ze hiervoor niet meer bruikbaar, dan kunnen ze nog dienst doen om iets anders in te bewaren zoals klemmetjes of als recipiënt voor niet-voedingswaren.

Oude stenen van afbraak kunnen, op een zonnige plaats gebruikt, dienen als warmteopslag voor bijvoorbeeld warmteminnende kruiden.

Tot halfweg vorige eeuw was dit een evident gegeven: versleten kleren en handdoeken werden gebruikt als stofdoeken, schoteldoeken, bescherming van delicaat materiaal en zo meer. Zo was er een volgorde van hoogwaardig naar laagwaardig afhankelijk van de kwaliteit die nodig was voor elk gebruik. Nu is voor elke activiteit in het huishouden een speciaal soort doek te koop dat algauw weer afval is. En zo groeit de berg …

Te veel afgedankt materiaal verzamelen levert echter niet het verhoopte resultaat: het vraagt opslagruimte, het wordt vuil, het wordt aangevreten door schimmel of dieren en wellicht leef je niet lang genoeg om al het verzamelde ooit te gebruiken. Beperking is ook hier op zijn plaats.

Repair: herstel

Gezellig keuvelend kleren herstellen. Foto: Yggdrasil

Wat niet kan hergebruikt worden kan soms wel hersteld worden. Hierbij is het belangrijk van bij de eerste vaststelling van een fout of mankement onmiddellijk in te grijpen. Dan is het meestal gemakkelijk te herstellen. Uitstel van onderhoud werkt het aftakelen in de hand en herstel wordt steeds moeilijker en duurder. Zo is het een goede gewoonte om het tuinmateriaal na elk gebruik af te kuisen en droog op te bergen. Het materiaal werkt beter en gaat veel langer mee.

Dit geldt op kleine schaal in het huishouden en bij gebruiksmateriaal maar meer nog op grote schaal zoals het onderhoud van gebouwen. Goed onderhoud is het voorkomen van de noodzaak van grote herstellingswerken.

Recycle: recycleer

Dit is de laatste stap en die vraagt weer energie en brengt vervuiling mee. Het perfecte model voor recyclage vinden we bij de regenworm. Hij recycleert organisch materiaal ter verbetering van de bodem en ten voordele van het bodemleven. De worm haalt uit dit afbraakproces bovendien de nodige energie om te leven en zich voort te planten. Onze recylage-industrie heeft hier nog wat van te leren.

Afval als bron

Door allerlei factoren zien we een verspreiding van allerlei niet gewenste planten en dieren. We denken hierbij aan zogenaamd onkruid, ongedierte en exoten. Vooral dat laatste beschouwt men als biologische verontreiniging. In een permacultuur-ontwerp zien we deze elementen als bronnen. Onkruid kan tot voedsel dienen voor dieren of voor onszelf, of het kan als mulch gebruikt worden. Ook het teveel aan planten is bruikbaar als mulch. In plaats van dit als afval te bestempelen, krijgt het een meerwaarde: het zorgt voor de verbetering van de bodem en is voedsel voor het bodemleven.

Slakken, rupsen, insecten allerhande vormen voedsel voor vogels, reptielen en andere dieren die we als helpers beschouwen in onze tuin. In een permacultuur-ontwerp bestaat geen ongedierte.

Een beeld tot slot

Holmgren beëindigt zijn betoog als volgt: het holistisch perspectief op afval is volledig terug te vinden in het beeld van de hemelse schorpioen die boven ons vliegt en die de zwarte rook opneemt als voedsel.

De eerste zes principes bekeken systemen vanuit elementen, individuen, organismen. De volgende zes principes bekijken systemen van bovenaf vanuit patronen en relaties die ontstaan bij zichzelf in stand houdende systemen en in de evolutie van die systemen.