Ontwerpprincipe 5

Principe 1: Observeer en reageer
Principe 2: Vang energie en sla ze op
Principe 3: Zorg voor opbrengst
Principe 4: Pas zelfregulering toe en aanvaard feedback
Principe 6: Produceer geen afval, maak kringlopen
Principe 7: Van patronen naar details
Principe 8: Verenig eerder dan te scheiden
Principe 9: Pas kleine en trage oplossingen toe
Principe 10: Gebruik en waardeer diversiteit
Principe 11: Gebruik randen en waardeer de marge
Principe 12: Wees creatief in het omgaan met of het reageren op veranderingen

Gebruik en waardeer hernieuwbare grondstoffen en diensten

Laat de natuur haar gang gaan


Bill Mollison maakte een overzicht van hulpbronnen van niet-hernieuwbaar tot hernieuwbaar met inachtneming van hun vervuilingsgraad. David Holmgren heeft dit in principe 5 verder uitgewerkt en uitgebreid. Het is evenwel nodig telkens weer afwegingen te maken om de best mogelijke beslissingen te nemen.

Het icoontje

Holmgren koos het paard als icoontje voor dit principe omdat dit duidelijk de diensten weergeeft die we van de natuur krijgen door de inzet van lastdieren. Uitgangspunt is dat we gebruik maken van diensten en grondstoffen en dat die laatste hernieuwbaar of niet-hernieuwbaar zijn.

Vee levert diensten. Foto: Yggdrasil

Ons kapitaal

Grondstoffen zijn bronnen die bij gebruik afnemen of verdwijnen. Onze grondstoffen vormen ons kapitaal. Als we ze opgebruiken, leven we van ons spaargeld. Niet echt verstandig.

Voorbeelden zijn: bomen die we kappen, dieren die we slachten, planten die we oogsten, fossiele brandstof …

Enkel in geval van nood of voor een opstart of investering is het verstandig een beroep te doen op ons spaarboekje.

Onze inkomsten

Diensten worden geleverd door bronnen die, in tegenstelling tot grondstoffen, bij gebruik niet verdwijnen of geen schade ondervinden. Dit zijn onze inkomsten die we gebruiken om van te leven.

Voorbeelden zijn: bomen waarvan we de schaduw benutten, dieren die arbeid of bijvoorbeeld eieren leveren, planten waarvan we slechts bepaalde delen oogsten, wind-, water- of zonne-energie die we opvangen, een waterzuiveringssysteem op basis van planten … Uiteindelijk gaan ze allemaal terug op de natuurlijke bronnen zon, water, wind.

Wat is hernieuwbaar?

‘Hernieuwbaar’ is iets wat terug aangroeit, maar dat zegt niet genoeg. Holmgren stelt immers een aantal eisen waaraan iets moet voldoen om het etiket ‘hernieuwbaar’ te krijgen.

Een eerste vraag is of het product of de functie die we gebruiken even lang meegaat als de tijd die nodig was om het product te laten groeien. Uiteraard is dat niet zo bij fossiele brandstoffen. We weten allang dat de fossiele brandstoffen zo’n 300 miljoen jaar geleden ontstaan zijn en wellicht duizenden jaren nodig gehad hebben om de vorm te krijgen waarin wij ze gebruiken. Gezien ons snelle verbruik ervan zijn ze niet hernieuwbaar.

Vlechtwerk van snoeihout. Foto: Yggdrasil

Bomen zijn in principe hernieuwbaar: we kunnen nieuwe zaaien of planten. Toch hangt het af van het gebruik dat we ervan maken of we een boom al of niet als hernieuwbaar mogen beschouwen. Oude, grote bomen en langzaam groeiende houtsoorten hebben er heel wat jaren over gedaan om voldoende afmetingen te bereiken. Gaan we die bomen gebruiken als brandhout of ze versnipperen dan kunnen we die bomen niet als een hernieuwbare bron beschouwen, het duurt immers veel langer om nieuwe bomen tot dezelfde afmetingen te laten groeien.

Gebruiken we het hout van bomen om er een stevige tafel van te laten maken dan ligt dit al anders. Toch kunnen we de vraag stellen of het hout in dit geval nog wel als hernieuwbaar kan aangemerkt worden, gezien het tempo waaraan velen hun meubels vervangen. Het is dan beter om minderwaardig of snelgroeiend hout te gebruiken om er meubels van te maken die snel aftakelen.

Een houtkant of struiken terugsnoeien om met het hout weidepalen, tuinmateriaal of eenvoudige tuinmeubels te maken, krijgt wel het label hernieuwbaar. Gebruikt als houtsnippers voor bodembedekking of als brandhout is die houtkant hernieuwbaar als de aangroei de stooksnelheid kan bijhouden. Struiken groeien in enkele jaren tijd opnieuw voldoende uit zodat we ze kunnen terugsnoeien om hun functie van afsluiting te behouden.

Gebruik, doelmatigheid en voorraad tellen ook mee

Holmgren stelt dat ook het gebruik dat we maken van een product mee bepalend is of we de bron als hernieuwbaar kunnen beschouwen.

Stel dat we van een grote, oude boom een stevige tafel hebben laten maken die we dagelijks gebruiken, dan beantwoordt dit aan een criterium voor ‘hernieuwbaar’. Staat die tafel echter op een plaats waar ze zelden gebruikt wordt maar eerder dient als ornament of voor sporadisch gebruik, dan gaat het duurzaamheidsaspect naar beneden.

Zon, wind en regen zijn constant hernieuwbaar en we kunnen ze dus probleemloos gebruiken.

Maar ook hier moeten we even bij stilstaan. We kunnen op diverse manieren gebruik maken van deze bronnen.

Gebruiken we een wasdraad om de was door de wind te laten drogen, dan is dat een zeer duurzaam gebruik. Een wasdraad vraagt immers weinig investering van niet-hernieuwbare energie om hem te produceren en te plaatsen. Bovendien gaat zo’n wasdraad vele jaren mee.

We kunnen gebruikmaken van de zonnewarmte om met behulp van stenen een warmere biotoop te creëren voor warmteminnende planten. Ook dit is een geschikte manier om de zonne-energie te benutten. Zonnecellen die zonlicht omzetten naar elektriciteit worden steeds vaker gebruikt om in energie te voorzien. Hierbij moeten we ons wel afvragen of dit echt hernieuwbare energie is. Hoelang moet zo’n zonnepaneel meegaan voor er winst is? Als de energie die nodig was om ze te maken en te installeren en die nog eens nodig zal zijn om de materialen terug af te breken in rekening wordt genomen, leveren die zonnepanelen wellicht niet meer zo’n schone energie. Op dit ogenblik ziet Holmgren het gebruik van zonnepanelen wel als een goede voorlopige oplossing. Maar dit is bijvoorbeeld op plaatsen waar geen elektriciteitsvoorziening is en waar veel zon is veel efficiënter.

Een volgend criterium is de totale omvang van het kapitaal. Grondstoffen die beperkt beschikbaar zijn, gebruiken we liever niet of heel beperkt, ook al zijn ze hernieuwbaar. Zo ga je geen planten oogsten op een plaats waar er weinig van die soort groeien.

Eigen verantwoordelijkheid

Het gebruik van gedomesticeerde dieren voor vervoer, als lastdier en dergelijke is gebruik maken van een dienst van de natuur. De voorwaarde hierbij is wel dat de dieren een goede behandeling krijgen.

Hetzelfde geldt voor het oogsten. Oogst waarbij de fruitbomen machinaal geschud worden om hun vruchten te laten vallen, is niet geheel onschadelijk voor de boom. Dergelijke behandeling kan je dan ook niet meer beschouwen als gebruikmaken van een dienst, aangezien dit gebruik niet respectvol is, en schade berokkent.

Meer voorbeelden

Grondstoffen

Papier gaat slechts korte tijd mee, maar de boom waarvan het gemaakt is, heeft er jaren over gedaan om te groeien. We gebruiken dus best zo weinig mogelijk papier. Gerecycleerd papier dat gemaakt wordt van oud papier en karton vraagt geen bomen. Anderzijds vraagt de verwerking en productie ervan heel wat energie. De boodschap blijft dus: consumptie beperken.

Diensten

Kippen die scharrelen en insecten en rottend fruit eten zijn welkome helpers die bovendien eieren leveren. Hoe meer ze zelf hun voedsel kunnen vinden, hoe duurzamer.

Het bodemleven zorgt voor een luchtige, gezonde en veerkrachtige bodem op voorwaarde dat we zo weinig mogelijk ingrijpen.

Composteren is nog een dienst die verleend wordt door het microbiële leven. Niet enkel huishoudelijk en tuinafval zijn hiervoor geschikt maar ook de inhoud van een compost- of strooiseltoilet. En meteen wordt een hoop, meestal drinkbaar, water bespaard.

Huisdieren vormen voor veel mensen aangenaam gezelschap dat troost biedt en vaak eenzaamheid verzacht.

Laat de natuur haar gang gaan

In een permacultuurontwerp maken we zoveel mogelijk gebruik van hernieuwbare diensten en bronnen, zeker voor het beheer en onderhoud. Bij de opstart van bijvoorbeeld een project of de aanleg van een tuin kan enig gebruik van niet-hernieuwbare bronnen nodig zijn. Voortdurend afwegen hoe en in welke situatie we bepaalde bronnen gebruiken is hierbij noodzakelijk. Hoe meer we de natuur het werk laten doen, hoe duurzamer ons ontwerp wordt. Het werk van de natuur bestaat er heel vaak in ‘afval’ om te vormen tot een bron die levende systemen helpt uit te breiden of te ondersteunen. Hierbij raakt principe 5 aan het volgende principe: produceer geen afval, maak kringlopen.

Bill Mollison onderscheidt vijf soorten hulpbronnen die we ter beschikking hebben:

1. Bronnen die vervuilen bij gebruik, zoals kernenergie. Die gebruiken we niet.

2. Bronnen die verdwijnen door gebruik, zoals fossiele brandstoffen. Die gebruiken we met mondjesmaat.

De volgende bronnen zijn aangewezen voor gebruik:

3. Bronnen die niet of nauwelijks veranderen door gebruik, zoals stenen.

4. Bronnen die verdwijnen als we ze niet gebruiken, zoals zon, wind, water.

5. Bronnen die toenemen door ze te gebruiken, zoals snoeihout.