Exoten in ons voedselbos?

Af en toe krijgen we vragen over de aanplant van ons openbare voedselbos-park. De 3 hectare die we ontwierpen samen met Permacultuur Centrum Nederland, kennen een hoge diversiteit aan planten, struiken en bomen. En lang niet alles daarvan groeit van nature in onze streek of is m.a.w. inheems. En dus worden er wel eens vragen gesteld over “onze” exoten. Planten en bomen uit andere streken, vormen soms een probleem voor inheemse begroeiing. Wanneer ze bijvoorbeeld woekeren en niet in bedwang gehouden worden omdat ze hier goede groeicondities vinden en onvoldoende natuurlijke vijanden hebben. Dat wil je voorkomen.

Door toename van het aantal voedselbossen in Nederland, zie je daarbinnen variatie ontstaan. Een echt voedselbos is een systeem, en niet alleen een aantal leuk gekozen fruit en notenbomen bij elkaar. Dat systeem is geïnspireerd op een natuurlijk bos en bevat 5 of 7 (soms zelfs 9) lagen van vegetatie die goed op elkaar afgestemd zijn en waar de eetbare soorten in overheersen. Je hebt hoge bomen, lagere bomen, struiken, kruiden en bodembedekkers, wortelgewassen en klimmers. Naast planten die eetbaar zijn voor de mens groeien er ook ondersteunende planten voor het systeem: stikstofbinders, insectenaantrekkers en mineralenpompen (door diepe penwortels) bijvoorbeeld. En voor de biodiversiteit zijn ook hagen, takkenrillen en poelen te vinden in een goed ontwerp.

Ontworpen natuur

In Nederland is alle natuur ontstaan door menselijk ingrijpen. Openbaar groen in een woonbuurt is eigenlijk een soort gemeenschapstuin of -park, waar weinig aan het toeval wordt overgelaten. Er wordt een bepaald beeld nagestreefd dat jarenlang hetzelfde blijft. Dus worden robuuste, winterharde en makkelijk te onderhouden planten en bomen gekozen. De gemeentelijke groenvoorziening doet het onderhoud.

In woonwijken gelden andere regels dan in natuur- of agrarische gebieden. Zo zien we in gemeentelijke bermen en parken -net zoals in onze eigen achtertuinen- heel vaak uitheemse planten. Een aantal daarvan, zoals de rimpelroos heeft de NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit) deze zomer op een lijst gezet met de tot de verbeelding sprekende titel: “Risicobeoordeling van voedselbosbouw als introductieroute voor invasieve plantensoorten”

“Rimpelroos, mogelijk invasief in duingebieden”

Er bestond al een algemene lijst uit 2016 met planten en dieren die verboden zijn om te verhandelen of aan te planten. Maar door de snelle opkomst van voedselbossen heeft de Radboud Universiteit de aanplant die daar vaak gezien wordt wat beter onderzocht om een risico-inschatting te maken. Voedselbossen zijn echt aan een opmars bezig. De conclusie van het rapport is dat een aantal van deze exoten in bepaalde omstandigheden mogelijk invasief gedrag kunnen vertonen. Het is verstandig deze mogelijke risico’s mee te nemen bij ontwerp en aanplant.

Klimaugurk

“Klimaugurk”

Biodiversiteit

Een ervaren permacultuurontwerper of voedselbosbouwer neemt dergelijke overwegingen natuurlijk mee in zijn of haar ontwerp. Daarnaast blijft het observeren van het project een belangrijke pijler. De aandacht voor de exoten en inheemse planten levert mooie filosofische bespiegelingen op. Bijvoorbeeld welk tijdperk je als uitgangspunt neemt van een inheems plantenbestand. De natuur is dynamisch en houdt nooit rekening met ruimtelijke en tijdgrenzen die door mensen zijn verzonnen. Door onze mondiale handel en economische voorkeur voor bepaalde exoten (zoals appels, peren en druiven maar ook aardappelen en maïs) hebben we ervoor gezorgd dat er in Nederland behoorlijk veel uitheemse planten groeien. Die zijn dan misschien niet invasief, maar wij helpen die planten en bomen vrijwillig om zich te verspreiden door onze akkers er mee vol te planten. Een goed voedselbos ontwerp zal de lokale biodiversiteit juist willen versterken en vergroten.

Openbare ruimte

Voedselbos Nieuwe Erven in Brummen doet we niet aan voedselbosbouw, maar is openbare ruimte ingericht als voedselbos-park. Een ontwerp met inheemse en uitheemse soorten. Met deze planten en bomen is al ervaring opgedaan in oudere voedselbos- en permacultuurprojecten binnen onze klimaatzone (bijvoorbeeld door de Britse Agroforestry Research Trust waar Martin Crawford aan verbonden is) Een aantal mogelijk invasieve exoten die op de lijst van de NVWA staan, worden al langer gebruikt door gemeenten en particulieren en vormen in deze context geen probleem zolang ze onderhouden worden en niet verwilderen.

In ons openbare voedselbos kan makkelijk de indruk ontstaan dat planten verwilderen, omdat het algehele beeld wilder is dan bij traditioneel aangelegd gemeentegroen. Die wildere fase is een tijdelijke reactie op de verstoring van gras en maisland, waar de grond jarenlang voor werd gebruikt. Dus de angst dat in zo’n opgroeiend bos invasieve exoten om zich heen slaan is begrijpelijk maar niet echt nodig. Het is wel wennen aan zo’n andere invulling van de openbare ruimte.

Met de wekelijkse inzet van onze vrijwilligers, wordt dit stukje gemeenschapsgrond beter in de gaten gehouden dan een gemiddeld park of plantsoen, waar het gemeentelijke groenbeheer maar eens in de zoveel tijd voor onderhoud langskomt. Bij ons houden buurtbewoners zelf de vinger aan de pols. En omdat al onze vrijwilligers andere referentiekaders hebben, worden wij daar als groep extra scherp in gehouden. Dat is dan weer de kracht van diversiteit.

” De Aardpeer, regelmatig oogsten en in de gaten houden”

” De brandnetel, soms wat overheersend, inheems en ook eetbaar”

Tekst:  Chantal van Genderen  Foto’s: Wikipedia Commons en Voedselbos Nieuwe Erven

Eerdere blogs van Voedselbos Nieuwe Erven

1 gedachte over “Exoten in ons voedselbos?”

Plaats een reactie