Het Voedselbos als leerschool

Tijdens de prachtige dagen vlak voor Pasen hadden we hier in Brummen studenten van de landelijke Stichting Permacultuur Onderwijs op bezoek. De Stichting verzorgt vanuit Amersfoort cursussen, zowel online als klassikaal. In de opleiding wordt uitvoerig ingegaan op belangrijke thema’s zoals het ontwerp, ecologie, de bodem, economie, water, sociale permacultuur en voedselbossen. Om de theorie beter te snappen en te laten beklijven, bezoeken de studenten tijdens de opleiding enkele projecten die nauw aansluiten op de leerstof. Voor het thema ‘voedselbos’ kwamen ze dus naar Brummen.

Rondleiding in het prille bos
Nu ja, ons ‘bos’ is eigenlijk nog een weidse vlakte met her en der kleine bomen die hun best doen om te groeien. Maar het voordeel is dat je de structuur en de ontwerpkeuzes duidelijk kunt herkennen.
We geven de laatste tijd veel rondleidingen voor allerlei doelgroepen. Maar het is altijd leuk om een groep met meer inhoudelijke voorkennis rond te leiden, omdat zij ons ook interessante en waardevolle feedback kunnen geven. Omdat wij nauw betrokken zijn bij ons eigen project kunnen er blinde vlekken ontstaan, waar zij ons eventueel attent op kunnen maken.

Een rondleiding met veel diversiteit
De diversiteit in de groep enthousiaste studenten was – zoals vaker bij permacultuuropleidingen – erg groot. Van jong naar wat ouder, van een door de wol geverfd ‘groen’ tot geïnteresseerden met een beginnend groen hart. En allemaal verschillende beroepen en achtergronden. Wat hen verbindt is een tomeloze nieuwsgierigheid naar inzicht in natuurlijke processen en structuren, oplossingsgerichtheid en de liefde voor de natuur. Dit geeft zo’n groep een bepaalde sfeer: respectvol, vriendelijk en opgewekt. Zelfverzekerd.

Een rondleiding met een opdracht
Op die zonnige Paaszaterdag kregen de studenten de opdracht om het terrein goed te observeren. Het was een mooi gezicht: onze vrijwilligers deden hun zaterdagklussen zoals mulchen, zaaien en planten; en daartussen liepen studenten met hun potlood en blocnote. “Een belangrijke oefening tijdens het ontwerpproces,” aldus docente Maranke Spoor, “is de observatie, waarbij het gaat om de pure waarneming, die dus niet ingekleurd wordt door je eigen interpretatie. Je kijkt naar de omgeving, naar de mensen, de plantengroei en eventuele dieren, groot tot klein. Je kijkt naar de afvalstromen, en hoe het terrein met zijn energiebronnen omgaat. Wat doet de wind? Is er beschutting tegen de zon? Is er water op het terrein?”

Na hun observatie-oefening worden de bevindingen van de groep besproken en pas daarna start de rondleiding over het terrein. Veel van wat hen opviel tijdens hun individuele rondkijken, krijgt zo een kader, en een aantal van onze keuzes hebben ze al kunnen doorgronden dankzij de inzichten die ze gedurende de opleiding opdeden.

De sociale kant van een Voedselbos
Wat steeds komt bovendrijven als interessant onderdeel van ons project is de sociale dynamiek en de manier waarop de vrijwilligers de ruimte mee bepalen en de rol die de gemeente daarin heeft. Als permacultuurontwerper zou je dromen van een project in de openbare ruimte. Maar werken met vrijwilligers die geen permacultuuropleiding hebben gevolgd, betekent dat je ideeën en oplossingen die door hen worden bedacht ook probeert mee te nemen in het geheel. Al deze verschillende meningen en invloeden nodigen uit tot een dialoog. Dus zelfs als je voedselbosproject de permacultuur als uitgangspunt heeft, kun je uitkomen op keuzes die minder gebruikelijk zijn voor permacultuur. Zoals bij ons bijvoorbeeld het gebruik van anti-worteldoek in de kruidenspiraal. Dit gebeurde op verzoek van de gemeente. Of de gewenste border met alleen witte bloemen, die enkele vrijwilligers graag wilden. Je zoekt samen naar een inpassing. Uiteindelijk blijkt die border inhoudelijk ook heel goed te passen bij de ingang van ons voedselbos, als overgang tussen de tuinen in de buurt en deze nieuwe invulling van openbare ruimte.

Slechts één dogma
Daarmee is het resultaat van een ontwerp een uitstekende reality-check voor de toekomstige ontwerper: permacultuur kan nooit een dogma zijn. “Dat is meteen het  enige dogma”, aldus docent Maranke Spoor. Elk ontwerp zal er anders uit zien, aangepast aan de lokale behoeften en mogelijkheden én de betrokken makers. Er zijn heus wel wat heilige huisjes. Zo wil je bijvoorbeeld niet naar chemische bestrijding of kunstmest grijpen. Een permacultuurontwerp is altijd een creatief proces waarbij je kunt putten uit alle bestaande kennis en ervaringen, en waarin altijd ruimte is voor een passende interpretatie. En dat maakt zo’n opleiding zo inspirerend.

Het vermoede onzichtbare blijkt toch zichtbaar
De studenten gaven veel terug: ze keken met ons mee naar dilemma’s en vervolgstappen. Daarnaast spraken ze hun waardering uit voor een gemeente die zo’n vernieuwend project aangaat, en de betrokkenheid van de vele vrijwilligers die er samen echt iets van willen maken. Een project waar liefde voor de natuur zich uit in aandacht voor de leefomgeving voor insecten, planten en bomen en mensen.
Dat bezoekers hier vaak weer enthousiast vertrekken komt omdat de grote betrokkenheid van gemeente en bewoners duidelijk voelbaar is. Dat is de immateriële oogst van ons voedselbos. Wij weten dat zelf inmiddels, maar we waren ons er niet van bewust dat buitenstaanders dat tijdens een  observatieronde ook echt kunnen zien. En dat is dan weer een leuke ervaring voor ons …!

Foto’s: Voedselbos Nieuwe Erven en Lucas Brouns.
Tekst: Chantal van Genderen en Chris Frencken

Eerdere blogs van Voedselbos Nieuwe Erven
#4 Villa’s in een voedselbos
#3 Innovatief immaterieel erfgoed, gevlochten eetbare hagen
#2 In ons voedselbos groeit meer dan voedsel
#1 Gemeentebladeren

Voedselbos Nieuwe Erven op Facebook

Plaats een reactie