In Coronatijd groeit het voedselbos gewoon door …
In coronatijd wordt ineens goed voelbaar hoe wij als vrijwilligersgroep onderdeel van het voedselbos blijken te zijn. Ons terrein is 5 hectare, we zouden elkaar daar dus wel makkelijk kunnen ontlopen. Maar omdat onze vaste zaterdagochtend bijeenkomsten toch een samenscholing betekenen – al is het maar omdat we gereedschappen uit de keet moeten halen- organiseren we nu geen gemeenschappelijke werkochtend meer.
De klussen van de week worden nog steeds verzameld door onze verbindende communicatiewerkgroep. Maar de uitvoering kunnen we gedurende de hele week op eigen gelegenheid doen. Het permacultuur principe van stapelen in tijd en ruimte hebben we daarmee in feite op onszelf toegepast.
Toch niet alleen?
Dus kun je elke dag wel een paar uurtjes iemand in zijn eentje in het voedselbos zien scharrelen. Of je ziet er één in de ene hoek en 2 hectare verderop weer iemand anders. Zo hebben we toch nog wel toevallige ontmoetingen op gepaste afstand. Een kopje koffie in een afgesproken pauze is met zijn tweeën of drieën ook wel weer eens grappig. We houden zo toch een gevoel van gezamenlijkheid.
Ook is het ontzettend bemoedigend om te merken dat je dan misschien alleen werkt, maar dat er allerlei klussen gedaan zijn toen je er niet was. Het is het bewijs dat je toch niet alleen bent, en dat er wel degelijk naar deze plek wordt omgekeken, ook zonder dat je al die mensen om je heen te ziet werken.
Scherper observeren.
Die verstilde manier van werken geeft ook weer nieuwe inzichten. Zo werkt de plek zelf opeens veel meer op je in. Door het gebrek aan afleiding kun je veel scherper observeren. De vogels vragen opeens meer aandacht, de hazen durven veel dichterbij te komen. Het valt opeens meer op welke bomen en struiken het nou goed doen en welke het nog steeds zwaar hebben met hun onnatuurlijke pioniersfunctie. Je registreert welke voorkeursroutes de hondenbezitters hebben, hoe kinderen zich nauwelijks beperken tot de natuurspeelplaats maar het hele voedselbos als één groot avonturenpark zien. Dat steeds meer mensen een rondje wandelen door het lentegroen. En… ligt daar nou een ringslang zich op te warmen in het gras?
(lees verder onder de foto’s)
Als deze situatie het nieuwe normaal zou worden, dan zouden we elkaar erg missen. De mensen vormen een onderdeel van het voedselbos. De schoolkinderen die zouden beginnen met natuurlijk moestuinieren in onze traditionele hoek van het gebied, de constante DOE-modus van onze vrijwilligersgroep, de praatjes met de buurtbewoners, de gemeentelijke interesse voor wat hier gebeurt. Dat alles máákt deze plek onze plek.
Maar hoe bijzonder is het dat we daarin nu tijdelijk een afstand voelen, en meer individueel met het voedselbos om moeten gaan. Meer vanuit een ZIJN modus, lekker even afstand nemend van thuiswerk en thuisonderwijs of corona-stress. Gewoon bomen mulchen. Bloesems zien ontluiken, gezoem van insecten, voorjaarskruiden plukken, nieuwe éénjarigen uitplanten. Even alleen op die plek van ons. Of is het misschien toch jouw eigen plek?
Tekst: Chantal van Genderen
Beeldmateriaal: Voedselbos Nieuwe Erven
Eerdere blogs van Voedselbos Nieuwe Erven
- #13 Voedselbossnoepers, van frustratie naar nieuw evenwicht
- #12 Voedselbos in kaart, een kaart is niet het gebied.
- #11 Exoten in ons voedselbos?
- #10 Mensen in het Voedselbos
- #9 Voedselbossen hebben de tijd mee
- #8 Zonering en distels in “ons” bos
- #7 De verbindende kracht van gemeenschappelijk observeren
- #6 Terugkijken en successen blijven vieren
- #5 Het voedselbos als leerschool
- #4 Villa’s in een voedselbos
- #3 Innovatief immaterieel erfgoed, gevlochten eetbare hagen
- #2 In ons voedselbos groeit meer dan voedsel
- #1 Gemeentebladeren