Auteur: Matthieu Ricard
Uitgeverij: Uitgeverij Ten Have, 2015
ISBN: 9789025904630
Aantal pagina's: 368
Verkrijgbaar via: groeneboekenshop.nl
Deze boekbespreking verscheen in Permacultuur Magazine nummer 18 en werd geschreven door Frank Anrijs ( Yggdrasil).
Matthieu Ricard is een boeddhist en wetenschapper. Verwacht je dus niet aan een spiritueel, zweverig boek, maar aan een boek gevuld met wetenschappelijke onderzoeken, feiten en rationele argumenten.
Het boek begint met een geschiedenis van de verhouding tussen mens en dier waaruit blijkt dat deze nog maar recent drastisch veranderd is. Vroeger, vele duizenden jaren lang, leefden we samen met dieren, hadden we ontzag voor hen en doodden we slechts om zelf te overleven. Vlees was een luxe en doorheen het grootste deel van de menselijke evolutie eerder uitzondering dan regel.
Wanneer je dan cijfers voor ogen krijgt van de huidige jaarlijkse massale slacht van dieren, dan moet je toch even slikken: 60 000 000 000 landdieren, 1000 000 000 000 zeedieren, met daarbovenop nog enkele stevige argumenten die je overtuigen dat het werkelijke aantal nog een pak hoger ligt.
En zo is het volledige boek doorspekt met cijfers en onderzoeken. Toch is het zeker geen saaie literatuur! Het boek leest vlot en bevat ook filosofische beschouwingen en citaten.
Zo haalt hij de Franse dichter Alphonse de Lamartine aan: “We hebben geen twee harten, een voor mensen en een voor dieren. We hebben een hart, of niet”, als reactie op het argument dat we ons eerst om mensen moeten bekommeren en dan pas om dieren.
Wat ook zo goed is aan het boek is dat vele, zo niet alle argumenten, om dieren te blijven eten en misbruiken zeer duidelijk weerlegd worden. De meest gebruikte argumenten worden uitgebreid ontleed en ontkracht. Het zijn argumenten die je zelf ook vaak gebruikt om zaken goed te praten, al is het maar voor je eigen gemoedsrust: dieren lijden niet zoals wij, het is een traditie, dieren zijn noodzakelijk voor dierproeven, dierentuinen zijn belangrijk voor hun kweekprogramma’s …
Ricard beperkt zich in zijn betoog voor meer medeleven en verbondenheid met dieren niet enkel tot het eten en kweken van dieren. Ook stierengevechten, dierproeven, circusdieren, dolfijnen in attractieparken, jagers … ze komen allemaal aan bod, telkens met duidelijke cijfers en argumenten. Hij legt zelfs een duidelijke link met ontbossing, vervuiling, honger en ongelijkheid.
Vaak is het een confronterend boek, wanneer hij bijvoorbeeld schrijft over onderzoeken die gedaan zijn naar slachthuizen. Kippen die onvoldoende verdoofd in kokend water belanden, koeien die levend in stukken gesneden worden omdat het tempo van de band simpelweg te hoog ligt voor de werknemers om alle dieren goed te verdoven. Dieren die soms dagen langs de kant liggen om eenzaam te sterven, dieren die worden geslagen, nertsen die levend gevild worden, honden die gemarteld worden omdat dit volgens het plaatselijke geloof het vlees een betere smaak geeft.
Het boek doet veel dingen met je. Het geeft je een duidelijk beeld van de hedendaagse manier van omgaan met dieren en situeert dit in de geschiedenis van de mens. Het geeft je perspectief en doet je op zijn minst serieus nadenken over je eigen vleesconsumptie, je omgang met dieren en het gebruik van dierlijke producten.
Het boek is een oproep voor meer verbondenheid en medeleven met dieren, zelfs voor een veganistische levensstijl, voor een besef dat alles in verbinding staat met elkaar. Hoe wij omgaan met dieren heeft ook een grote impact op hoe wij omgaan met andere mensen en onze Aarde!