We ruilden deze kerstvakantie ons huis met een gezin uit Parijs. Wij zoeken het normaal groener, maar deze keer sprak ‘oud naar nieuw vieren in Parijs’ tot onze en onze kids’ verbeelding. Via een huizenruil-website krijgen we geregeld verzoeken, want we staan in menig favorietenlijstje. Nu ja, we wonen aan de rand van Gent, in een groene buurt met een mooie zelfontworpen permacultuurgezinstuin.
Huizenruil
De vraag kwam van de Parijzenaars. Zij wilden deze winter in het groen zitten en onze foto’s online spraken hen enorm aan. Ook de ‘bouwsels’ in onze tuin, – de pittoreske woonwagen (uitbreiding van onze bureauruimte); de walipini of de verzonken serre met zijn vruchtbare en natuurlijk verhoogde berm aan de Noordzijde, worden gesmaakt. En als kers op de taart: de boomhut, een paradijs voor de jongens van 6 en 8 jaar, die in de Franse hoofdstad amper bomen zien, laat staan erin kunnen klimmen, om – helemaal te gek -, in een speelhuisje te komen dat qua oppervlakte net iets kleiner is dan hun eigen Parijse slaapkamer die ze met z’n tweeën moeten delen.
Ok, we doen het: we ruilden ons open huis van 120m² met tuin van 1000m² in een groene en stille omgeving net buiten Gent voor een appartement van 60 m² op de 4e verdieping op een Boulevard aan de rand van de Montmartre wijk.
Wij kregen Parijs, zij kregen de groene ruimte!
Eerlijke ruil?
De eerste avond daar, hadden we een bitter gevoel. Ongelooflijk, dat een mens hier kan wonen! Wonen én gelukkig zijn dan! In het begin zakte me de moed in de schoenen, temeer omdat ik ‘in Parijs zijn’ nu niet echt bovenaan mijn lijstje heb staan gedurende een hele week in de kerstvakantie. Dat is eerder (permacultuur-)boeken lezen, de tuin plannen, snoeien, met de kinderen in de tuin spelen, in de serre ‘bezig zijn’ en na deze buitenactiviteiten met zijn allen in de zetel kruipen met een warme chocomelk. Ook onze dochters konden moeilijk wennen. Maar gaandeweg leerden we de ongemakken aanvaarden en konden we erover praten. Wat zinvol is en de kans gaf om enige wijsheid over transitie en andere thema’s zoals tiny houses, permacultuur in de stad, bevolkingsgroei en -druk op open ruimte, afstand tussen mens en natuur, etc. uit te wisselen in ons gezin.
Eerlijke prijs?
Helemaal ontnuchterend was het tv-programma dat we er zagen op een Franse zender dat ging over het kopen en huren van woningen en appartementen in de Franse hoofd-en-te-grootstad. Voor een appartement van 70 m² op de 8e verdieping betaal je al gauw een maandelijkse huur van 1450 €. Wilde je een appartement van 57 m² met grote keuken en met 2/3 kamers kopen op de 5e verdieping dan mag je 639.000 € neertellen!!!
Wortels achter tralies en Japanners met mondbescherming
In de stad vind je bomen, platanen, waar je enkel met de stam contact hebt als je er tegenloopt of als je hem moet ontwijken. De mulch is een stalen, ijzeren ronde die net rond de boomstam past, dus je kan maar hopen dat ze die op tijd vervangen door een grotere ring. Je vindt er ook struiken en planten in bakken en uitvergrootte potten. Voor de rest lijken de straten op mekaar én ook de bevolking lijkt uniform. Niet van die fijne pitoresque Parisiens en Parisiennes, maar een mengelcultuur van vele nationaliteiten. Opvallend veel zwarte Afrikanen waren er in onze wijk Montmartre. En je ziet er ook veel Japanners (zeker op de toeristische trekpleisters), sommigen met mondbescherming op. Opvallend is ook het vele beton – beton – beton…
IJsberen op het ijs en vissen op het droge
De voorlaatste dag snakken we naar een beetje natuur en – na een helse rit door de onderaardse en kilometerlange metrogangen, steken we onze kop boven in Parque des Plantes en een kleine dierentuin. Het is een exposé van exotische struiken en bomen, een tijger, enkele pinguins, nog een katachtige en een reeks aquariums met reptielen. Men vond het ook nodig om dieren uitvergroot in een speciaal papier te maken, die, als het donker is verlicht worden. Op zich heel mooi, maar volgens ons eerder thuishorend in een tekenfilm of -boek.
Kwestie dat de Parijse kinderen zouden weten hoe die dieren er echt uitzien, want nu hadden ze veel te grote ogen. Veel plek om te ravotten is er niet: want het gras mag niet betreden worden; je mag enkel kijken naar de grassprieten, maar doe er geen handstand, of radslag in…
Toch nog enige realiteitszin, maar ‘zoo’ kleinschalig
Gelukkig vinden we verderop een moestuin, het is een experiment dat door enkele scholen in de buurt werd opgezet en onderhouden. Verder zien we ook een insectenhotel en een heropstart van een randproject met hagen, waar het traditioneel groen weven wordt getoond.
Veelbelovend zijn deze initiatieven: er wordt dus nog gedacht aan het tonen van goede voorbeelden. Alleen lijkt me de schaal zo klein, het lijkt een druppel op een hete plaat. Niet zo ver te zoeken als je weet dat in de zomer deze stad een grote hete plaat is die veel warmte aantrekt en dus zorgt voor het verdampen van alle water uit de stad etc.
Hopelijk zijn er veel permaculturalisten in Parijs die de stadslandbouw doen opleven. Veelal zijn zulke initiatieven klein en onzichtbaar, maar kunnen ze tesamen toch heel wat betekenen en in verbinding staan met elkaar. Het park kan er onderdeel van zijn. Laten we hopen.
Toen we bij thuiskomst van de bus stapten, twee straten van ons huis, na Thalys en trein vanuit Brussel, vielen ons vier zaken meteen op: het was ‘aangenamer’ kouder, de lucht was superzuiver en nodigde uit om diep te snuiven, er was veel ruimte (we konden met z’n vieren hand in hand in het midden van de straat lopen) en we voelden ons de koning te rijk in onze woning (nochtans de kleinste van de straat, maar dat is een ander verhaal voor een volgende blog)!
Karin Hanus