Sinds de jaren 50 zijn veel meidoornhagen uit het landschap weggehaald. Naar verluid omdat steeds vaker de oogst van appel- en perenboomgaarden verloren ging door een bacteriële aantasting, perenvuur, die zich via de meidoorn makkelijk door het landschap liet verspreiden. Misschien droegen de groeiende monoculturen in de fruitteelt er ook wel aan bij? Ongetwijfeld kwam de kaalslag van hagen ook omdat prikkeldraad een flexibel, onderhoudsarm en goedkoop alternatief leek. Inmiddels begrijpen we de nadelen van prikkeldraad. Ons landschap verliest in razendtempo biodiversiteit. Opnieuw hagen aanplanten is een mogelijke oplossing. We onderzoeken dit in ons voedselbos.
Een oude boerentraditie
Met de introductie van prikkeldraad in de vorige eeuw verdween in Europa een oude boerenambacht van heggen en houtwallen vlechten: stammen en takken inkappen (soms ook leiden, buigen of knikken) en daarna bijna horizontaal neerleggen en door elkaar vlechten. Door die gedeeltelijke kap ontstonden nieuwe scheuten die weer werden meegevlochten zodat de haag dichtbegroeid bleef. De stijl van vlechten verschilde van streek tot streek en werd bepaald door de gebruiken en de diersoorten van de streek. In onze omgeving zou er een IJsselstijl zijn geweest, die helaas verloren is gegaan. Er is sprake geweest van een levend ambacht waaraan iedere vlechter een eigen draai of interpretatie kon geven die voor die situatie het meest geschikt was. Het meest effectieve was het gebruik van doornstruiken zoals meidoorn waarmee een ondoordringbare barrière kon worden gemaakt. Zo kon men voorkomen dat wild en vee akkers kaal zouden vreten. Later werd het gebruikt om koeien en schapen in de wei te houden.
Het Heggenvlechtengilde in Nederland
Heggenvlechten is in 2015 officieel erkend als immaterieel cultureel erfgoed. Veel hedendaagse vlechters gingen in de leer bij Britten die het ambacht langer hebben behouden. Het gilde van heggenvlechters in Nederland bestaat momenteel uit 10 personen, maar er zijn meer mensen die vlechten en de belangstelling neemt elk jaar toe. Naast een oude traditie is het ook een gemeenschapsactiviteit. Hagen vlechten kost nu eenmaal veel meer tijd dan het uitrollen van een klos prikkeldraad. In ons land zie je nu vooral de Maasheggenstijl en de staken- en bindersstijl terugkomen.
‘’Heg en Haagwerkgroep’’ en Voedselbos werken samen in Brummen
In onze gemeente is “Heg- en Haagwerkgroep Brummen” actief met het aanplanten, vlechten en beheren van vlechthagen in het buitengebied. Voedselbosser Erik Leensen is zo’n heggenvlechter en dat komt goed uit, want we wilden eetbare slangenwallen in ons ontwerp opnemen. Bovendien hebben we een schapenwei. Door onze eetbare hagen te combineren met het oude ambacht winnen we veel op ecologisch gebied en experimenteren we met innovaties. Samen met zijn mentor, gildelid en Nederlands kampioen heggenvlechten 2019 (open klassement), René Rijks, stelde Erik voor ons een haag samen met een brede variëteit aan eetbare struiken.
Erik en René onderzoeken combinaties in verschillende hagen, zowel in aanplant als in vlechttechniek wordt variatie aangebracht. Zo komt er een haag in de mens-zone met vooral kleinfruit. Een andere haag bij de schapen wordt, om het extra spannend te maken, in dubbele rijen aangeplant met aan één zijde meidoorn en aan de andere kant vruchten als wilde appel, mispel, tamme kastanje, hazelaar, zwarte bes, aalbes, tayberry, sechuanpeer, nashipeer, sleedoorn, Gelderse roos en wegedoorn. Zowel gecultiveerde als oorspronkelijk inheemse soorten en ook enkele exoten werden gekozen. De haag zal gedeeltelijk in de meer ordelijke “staken en bindersstijl” worden gelegd en naar achter toe een wildere indruk krijgen door het vlechten in de Maasheggenstijl. Op bescheiden schaal hopen we zo meer te leren over succesvolle combinaties. In ieder geval kunnen de hekken van de schapenwei op termijn worden vervangen door een natuurlijke haag, met bijkomend voordeel dat ze beschutting en schaduwplekjes voor de schapen opleveren.
De meerwaarde van hagen
Er is veel te winnen met de terugkeer van vlechthagen in ons landschap. En dat niet alleen omdat ze vee- en menswerend zijn. Het zijn, door het dichte vlechtwerk, ook uitstekende schuilplaatsen voor kleine dieren en insecten. De hagen leveren vruchten en nectar. En amfibieën blijken de hagen als een soort supersnelwegen te gebruiken tijdens hun trektochten en ze vinden er beschutting. Verder filteren hagen fijnstof, dragen ze bij aan verkoeling door verdamping en vangen ze wind af.
Ten slotte ziet een verzorgde haag er in het landschap erg mooi en levendig uit. In de gemeente Brummen werden de hagen en vlechthagen als aanwinst herkend en er zijn al hagen van verschillende leeftijden te bewonderen!