Het schoot me allemaal weer te binnen, toen naar aanleiding van de zadengroepsverkoop van Velt en dus van onze afdeling, en waar je ook boeken kunt kopen – een bestuurslid mailde: “Het boek – van appelboom tot zeekool – is dat wel een boek van Velt. Ik val uit de lucht. Het zegt me niks….!?”
Een boek, Velt schreef een boek over ‘permacultuur’, wat meteen ook de weinig originele titel is, voorzien van ondertitel ‘Van appelboom tot zeekool’. Een ding is zeker: het gaat over permacultuur! Maar klakkeloos een naam, of de naam van een ontwerpsysteem overnemen als titel van je boek, dekt volgens mij, de lading niet helemaal. Vooral ook de ondertitel doet je eerder denken aan een kinderboek over klimaatverandering, om maar iets te zeggen. Zo kunnen alle boeken die maar iets of wat wijsbegerig zijn de titel ‘Filosofie’ krijgen en hoeveel boeken zijn er al wel geschreven met de titel ‘Economie’. Om iets of wat te onderscheiden zou ik in het geval van Velt mijn boek “Roze-olifanten-permacultuur” noemen, geïnspireerd door de “de permacultuurtuin-van-velt” met ondertitel ‘een tamelijk clowneske en eigenzinnige kijk van een personeelslid’.
Het is nooit mijn bedoeling geweest om hard te reageren op die vertoning. Ik heb de hele tijd mijn mond gehouden. Maar vroeg of laat moet het toch van mijn hart. Want bij de lancering van het boek in het najaar 2018, – de dag was tot dan heel goed verlopen -, zat ik het laatste uur in de zaal met verwondering of eerder ongeloof te kijken en te luisteren naar het schouwspel vooraan: een personeelslid met een pluchen roze olifant op zijn hoofd. En als een malloot gekscherend over verscheidene onderwerpen van permacultuur, in de hoop de zaal, waar menig vrijwilliger, lid van Velt, al jaren onbezoldigd en met hart en ziel aan permacultuur doet. Ik dacht toen ‘is het nu echt om permacultuur in het belachelijke te trekken? Moet ik nu buitenlopen? Zo een statement maken? Waarom blijft iedereen zitten?….’. Ik zie sommige grijzaards heimelijk grinniken met de-van-de-pot-gerukte-uitspraken. ‘Ha, daarom zitten die hier,’ denk ik, ‘eigenlijk gewoon uit leedvermaak, om eens te komen spotten met die permacultuurmensen. Het is een ‘complot’. En ik deel de zaal in in de ‘believers’, zij die volledig openstaan voor deze toch wel andere kijk op tuinieren, de meer holistische systeembenadering. Maar er zijn er ook die het nonsens vinden en zweren bij Velt-wisselteelt… Op zich is daar niets mis mee. We zijn uiteraard ook voor diversiteit, dus zolang maar niet geknoeid wordt met pesticiden en slakkenkorrels, en alles ecologisch of beter ‘natuurlijke’ verloopt, staan we er ook achter!
De reden waarom ik nu wel zo reageer is omdat ik kwaad ben. En terecht. Ook al zeg ik het zelf. Ik voel dat sommige pioniers van de permacultuur in Vlaanderen en medestanders van de laatste jaren, waartoe ik mezelf reken met mijn – ,inderdaad meneer de roze olifant, uitgegraven – Walipini, gewoon genegeerd of eerder bespot werden door de wijze waarop de permacultuur-dag afgesloten werd, door dan nog wel een nationale organisatie van ecologisch tuinieren…
En het is niet de eerste keer….
Ik herinner me een 5-tal jaren geleden; er was toen een beleidsronde aan de gang, waar nieuwe accenten gingen gelegd worden, en uitbreiding van het aantal onderwerpen: samen met een mede-PDC-cursist (POC – permacultuur ontwerpcursus) hebben we toen gereageerd op het feit dat ‘permacultuur’ slechts een klein paragraafje waard was in de 30 pagina’s tellende beleidsnota.
En ik weet wel: Velt behandelt vele onderwerpen. En ik ben ongelooflijk blij met de uitbreiding van scholenondersteuning op vlak van MOS (milieuzorg op school), vind het ook knap dat er meer inzet is voor samentuinen … dat is een ongelooflijke verdienste van Velt. Ook het samenkoken is een lovend initiatief.
Alleen het receptenboekje voor ‘improvisatiekoken’ vind ik een beetje vreemd…. Improvisatiekoken, is koken met restjes, en je doet er nog wat anders bij à l’improviste, zoals het moment en de mogelijkheden je ingeven; en juist door de improvisatie zal geen enkele maaltijd hetzelfde zijn, dus kan je het niet in een recept gieten en dus ook niet in een receptenboek. Maar goed, dat wil ik nog door de vingers zien; het is de boodschap die telt: gooi kliekjes niet weg, maar verwerk ze met nog andere dingen die je in huis hebt!
Maar het is blijkbaar toch ontzettend moeilijk om eigen dogma’s te verlaten en toch blijvend alles in rijtjes te gieten. Ecologisch tuinieren moet met wisselteelt, tegen de plaagdieren, het is een oplossing voor de strijd tegen de ziektes, het geeft een clean uiterlijk enzovoorts. Maar mulchen doen we allang. Zo, wat is dan het verschil?
Het concept, Velt, het concept is het verschil. Daarom is permacultuur niet zozeer ecologisch tuinieren, dan wel natuurlijk tuinieren, met de natuur mee dus, en is het een ontwerpsysteem, waar je vanaf het begin rekening houdt met de natuur. Alles begint bij observeren en ontwerpen. Als het ontwerp niet klopt, dan valt je systeem in duigen.
Uiteindelijk is permacultuur ook experimenteren, maar ik hoop dat de principes, het eigene, het authentieke, het wezen van permacultuur naar waarde geschat wordt door de ‘bijgeschoolde’-lesgevers-op-1-namiddag en dit zeker met de actualiteit van de klimaatwijziging in het vizier. Zodat we dan allen bijdragen aan een schonere wereld waar stikstof- en koolstofkringlopen hun eigenheid ten volle beleven. En dan hoeven we niet gekscherend roze olifanten op te roepen, maar handelen we in functie van pure realiteit en een wereld waar het nog lang veilig vertoeven is. Zonder olie te krijgen van de non-believers op ons verantwoorde vuur.
En ja, er mag gelachen worden, graag, liefst, altijd alsjeblief, eerlijk en oprecht! En niet ‘alsof’, met de camera op de zaal, die terstond verstomd zweeg, en waar geen lachspier zich nog roerde omwille van een genante roze-olifanten-vertoning.
Karin Hanus.