De verbindende kracht van gemeenschappelijk observeren

Permacultuur ontwerpprincipes liggen aan de basis van ons voedselbos. Door met de natuur mee te bewegen en goed te observeren leren we waar kansen liggen, hoe de natuur problemen oplost en hoe we dit niet tegenwerken. Goed observeren en daaruit conclusies trekken is niet voor niets het eerste ontwerpprincipe, het is de basis. En jezelf even een beetje opzij zetten helpt daarbij ook.

Waardevrij observeren kunnen wij mensen eigenlijk niet, en dat is op zich niet verkeerd. Om die reden is het aan te raden om met meer mensen tegelijk –en liefst ook onafhankelijk van elkaar- te observeren. Niet iedereen ziet hetzelfde. Dus wanneer je samen je bevindingen deelt kan er een helder beeld uitrollen. En dan nog is dat een momentopname. Het is fascinerend om elkaar daarin scherp te houden en ook niet te hard te oordelen over elkaars denk-acrobatiek. Je merkt dat het dan verbindend kan werken, zelfs al trek je persoonlijk andere conclusies. Je weet in ieder geval dat de ander ook alle overwegingen mee heeft genomen.

De ‘gewone nette’ tuinen en parken zijn vaak gebaseerd op gewoonte-overtuigingen die niet iedereen makkelijk ter discussie wil stellen. Het kaal houden van de grond rondom planten en bomen, de biljartlaken-esthetiek van het gazon en het weghalen van zelf opkomende doch ongewilde ‘on’kruiden lijkt dan de beste manier om met privé en openbaar groen om te gaan. Het is overzichtelijk en geeft een gevoel van orde en controle. Je hoeft die keuzes ook nooit ter discussie te stellen want de meeste mensen doen het zo. Die traditie ziet er vertrouwd, geordend en onverdacht uit. Wij noemen het wel eens gekscherend “Het netheidssyndroom”.

En dan is er een permacultuur-project in je dorp. Een project waarin je wordt gevraagd om buiten die bestaande kaders te denken. Kijk eens verder dan alleen vanuit jouw positie als mens. Want wat wil een plant, een boom, een dier of een insect nou eigenlijk? En wat doet de bodem of het water wanneer we ons er niet mee bemoeien (is dat een wil?). Visueel levert dat een heel ander beeld op. Dat kan een beetje verwarrend zijn.

Wij hebben voor het grootste deel te maken met bewoners die nog nooit van permacultuur gehoord hebben. En dat is een voordeel. Meestal is er dan een open houding en rijzen er veel vragen. Een mooi startpunt voor een dialoog! Het is leuk en bijzonder om te ervaren dat we daarmee de verbeelding prikkelen en een bewustwording of verwondering op gang brengen. Deze mensen gaan heus niet meteen op een andere manier aan het werk in hun eigen tuin, maar ze kijken wel nieuwsgierig met ons mee.

De buurtbewoners die wel bekend zijn met permacultuur rekenen we tot onze sympathisanten of zijn vrijwilliger geworden. Zij snappen het belang van deze gemeentelijke pilot en vormen onze onmisbare betrokken basis. Hun enthousiasme heeft een grote uitstraling, waardoor ook weer andere mensen aanhaken die meer willen leren over voedselbossen.

En daarnaast zijn er ook mensen die permacultuur beschouwen als een rommeltje waar ze weinig vertrouwen in hebben. Het is ook lastig om de manier waarop we al zo lang tuinen en parken onderhouden opeens ter discussie stellen. Weg zijn alle zekerheden en het overzicht. Hoe kun je planten die je altijd hebt bestreden nou opeens mooi vinden?

In ons ontwerp zijn wij zelf ook niet blind voor deze vragen. Aspecten uit gangbare tuinen komen zelfs terug in ons park, natuurlijk met wat aanpassingen. We willen mensen juist uitnodigen om de schoonheid te leren zien door ook vertrouwde dingen te laten terugkomen. Zoals een prachtige witte bloemenborder (wel in polycultuur), een op kleurtoon geschikte kruidenspiraal of door het plaatsen van “ruigtejuwelen”,  planten met een hoge sierwaarde die we tussen de wilde stukken zetten.

De manier waarop we samen dit gebied vormgeven is heel creatief en uitdagend. Permacultuur is geen natuur, maar mensenwerk; een cultuur die rekening houdt met de natuur. Er ligt een ontwerp onder. Het komt voort uit onze lokale gemeenschap van mensen, planten, bomen en dieren, de eigenschappen van onze bodem, van lokale weersomstandigheden en zelfs door wat er in het verleden met ons stukje land is gebeurd. Het is een wisselwerking tussen mens en natuur op die ene plek. Dus niet van “de” gemeente, maar van onszelf als gemeenschap, een mooie openbare plek waar we ons steeds meer thuis voelen.


Foto’s: Voedselbos Nieuwe Erven
Tekst: Chantal van Genderen en Chris Frencken

Voedselbos Nieuwe Erven op Facebook

Plaats een reactie